Fietsen met de hond is dé aangewezen methode om de conditie van de hond te verbeteren. Daarvoor moet de hond eerst leren ontspannen naast de fiets te lopen. Gebruik een gewone halsband of een comfortabel zittend tuig, geen slipketting of gentle leader/halti en een gewone riem, geen flexilijn.

Een (originele) springer is een ideaal hulpmiddel bij het fietsen met de hond. Het is een veer die bevestigd wordt aan de zadelstang van uw fiets en daaraan bevestigt u de riem van de hond. U heeft nu beide handen vrij om het stuur vast te houden.

Loop stapvoets met de fiets in de hand en laat de hond aan de rechterkant van de fiets meelopen. Als dat goed gaat kunt u rustig aan steppend meer snelheid maken. Zodra de hond begint te trekken stopt u direct, zodat hij leert dat het niet de bedoeling is dat hij het tempo bepaald. De lijn mag dus niet strak komen te staan. Als de hond hieraan is gewend kunt u zelf gaan fietsen, waarbij u het tempo van de hond moet gaan bepalen. In het algemeen ligt het fietstempo van de hond tussen de 10 en 15 kilometer per uur, dat is uiteraard afhankelijk van uw hond. Een ontspannen draf is te herkennen aan een gelijkmatige beweging. Vermijd de galop, het is niet de bedoeling dat u de hond afjakkert omdat u eigenlijk geen tijd hebt voor hem; dit is echt heel slecht voor de hond!

Fietsen met de hond betekent dat u aan de conditie van de hond werkt. Let wel, u werkt aan een fietsconditie. Dit zegt niets over zijn conditie met betrekking tot andere bewegingen, bijvoorbeeld zwemmen, springen of sprinten! Bepaal tot hoever u de conditie wilt opbouwen. Als u een topconditie opbouwt, betekent dat dus ook dat u aan die conditie moet blijven voldoen!

Zaken waarmee u rekening moet houden:

-   Geef uw hond minimaal 2 uur vóór het fietsen geen eten. Ook bij  

terugkomst moet u minimaal 1 uur wachten met eten geven in verband

met het risico van een maagtorsie

-   Geef de hond bij thuiskomst niet meteen drinken, maar wacht ongeveer

10 minuten

-   Controleer altijd even de voetzolen en –kussentjes van uw hond op

eventuele schade (scheurtjes, doorns e.d.)

-   Plan de route zo, dat uw hond zoveel mogelijk op een zachte ondergrond

loopt. Dit voorkomt pees-, spier-, en gewrichtsproblemen. Pas op met een

bermrand naast asfalt, daarin liggen vaak weggegooide voorwerpen die

gevaarlijk kunnen zijn

-   Houd rekening met de temperatuur. Fietsen boven de 20 graden is absoluut

verboden!

-   Als u merkt dat uw hond niet meer in balans loopt, stop dan met fietsen en

probeer de oorzaak te achterhalen 

Trainingsschema’s*

Het is niet verstandig om te vroeg met conditietraining te beginnen. Wacht daarom tot de hond één jaar oud is (middelgroot ras). Het eerste trainingsschema is uitstekend te gebruiken voor jonge honden tussen de één en de twee jaar. De trainingscyclus bestaat uit zes weken, gevolgd door twee weken rust.

In week 1 begint u voorzichtig met vijf minuten op dag 1. Waarschijnlijk is dit de eerste keer dat de jonge hond naast de fiets loopt. Neem voldoende tijd om hem te laten wennen en zorg ervoor dat hij het leuk blijft vinden. Dag 2 is een rustdag. Op dag 3 loopt uw hond al tien minuten naast de fiets. Dan volgt er weer een rustdag (dag 4), waarna u de training van dag 3 herhaalt op dag 5. Daarna hebben u en uw hond twee dagen rust. Week 1 zit erop. In de daarop volgende weken worden het aantal trainingen en de duur van de training uitgebreid.

Het is belangrijk dat u het schema heel precies volgt. Doet u dit consequent, dan loopt uw hond na zes weken twintig minuten naast de fiets. Na deze periode is het goed om even een week rust te nemen.

Het is niet verstandig om voor een jonge hond het aantal minuten op te voeren. Wacht daarmee tot de hond twee jaar oud is. Om de conditie op peil te houden kunt u het onderhoudsschema voor jonge honden volgen. U zult na een paar maanden merken dat de looptraining naast de fiets er gewoon bij hoort, net als de dagelijkse wandeling.

Uw hond is twee jaar geworden en prima gezond. Hij is ‘uitgezwaard’, heeft stevige botten, zit goed in de spieren, heeft een sterk hart en goed ontwikkelde longen, kortom hij is volwassen. Dit is het moment om de trainingsarbeid voorzichtig uit te breiden.

Mocht u voor het eerst met conditietraining beginnen, dan is het niet verstandig

om met week 1 van het trainingsschema voor volwassen honden te beginnen. Start met week 3 van het schema voor jonge honden. Werk dit programma eerst af voordat u verder gaat met het trainingsschema voor volwassen honden. Dit is een pittig trainingsschema, een echte uitdaging, niet alleen voor uw hond, maar ook voor uzelf. Samen werken aan de conditie, want ook uw conditie zal verbeteren. De ervaring leert dat het vanaf week 3 behoorlijk zwaar wordt. Let vanaf dit moment extra goed op of uw hond het nog aankan. Besef dat het trainingsschema een richtlijn is. Het is geen schande om te stoppen bij week 3 of 4 en over te stappen op het onderhoudsschema voor (let op) de jonge hond.

Lukt het allemaal goed, dan kan uw hond aan het eind van de trainingsperiode een uur lang naast de fiets lopen. En dat is een hele prestatie!

Na dit trainingsschema is het goed de hond twee weken rust te bieden en gewoon lekker met hem te gaan wandelen. De trainingsopbouw kan uitstekend gebruikt worden als voorbereiding op het nieuwe jacht- of werkseizoen. Om de hond topfit te houden, kunt u het onderhoudsschema voor de volwassen hond volgen.

Het vereist een behoorlijke investering in tijd en veel discipline om de trainingsschema’s te volgen. Het is van groot belang dat u zich niet blind staart op het schema. Het trainingsschema is een richtlijn, niet meer en niet minder. Kijk altijd goed naar uw hond. Het kan natuurlijk gebeuren dat hij een slechte dag heeft; accepteer dat dan en doe het rustig aan. De schema’s zijn opgesteld om houvast te bieden en de conditie van uw hond zo veilig en verantwoord mogelijk op te bouwen.

 * De trainingsschema’s, met bijbehorende tekst is opgesteld door Kees der Weduwe, inspanningsfysioloog en is gepubliceerd in het boek “De Labrador Retriever”.